GENT 28/02 - Ihor Vitenko (55) is al 23 jaar in België en werkt al 9 jaar in het Gentse ziekenhuis AZ Jan Palfijn als wondzorgspecialist.
Morgen vertrekt hij naar Oekraïne, zijn land van herkomst. “Ik ga er werken in een militair hospitaal. Ik kan niet anders, dat is mijn plicht.
Ik doe een inzameling want daar is een groot tekort aan medisch materiaal en medicatie.”

Ihor_Vitenko.jpg
Ihor Vitenko (copyright wondzorgkliniek.be)

Ihor werkt niet alleen in het ziekenhuis, hij heeft ook een eigen wondzorgpraktijk in Heusden. "Sinds 2008 is wondzorg mijn dagelijkse job en mijn passie." Hij is opgeleid en werkzaam geweest als arts in Oekraïne, nadien heeft hij de opleiding verpleegkunde gevolgd in België. Hij werkte eerder als referentieverpleegkundige wondzorg in het Maria Middelares Ziekenhuis te Gent en nu al 9 jaar als wondzorgspecialist in het AZ Jan Palfijn.

Morgen, 1 maart, vertrekt Ihor naar Oekraïne. Hij krijgt steun van alle kanten, in de vorm van medisch materiaal. En dat is ook nodig, zegt hij. "De technieken die ik gebruik voor wondverzorging, kennen ze daar niet. Dus het materiaal hebben ze ook niet. Ik heb nog extra antisepticum en pijnstillers te kort op dit moment."

Ihor kocht twee bestelwagens en een ambulance (dankzij de hulp van zijn sponsors, Oekraïne project Edegem en Child-Help vzw) en vertrekt daarmee richting oorlogsgebied. Hij is de enige met een medisch profiel, de anderen die hem vergezellen zijn acht chauffeurs en technici. Drie chauffeurs gaan mee tot de grens met Oekraïne en keren dan terug, de andere vijf gaan mee het land in. "Twee vrouwelijke verpleegkundigen waren van plan om mee te gaan, hun koffers staan klaar, maar dat gaat voorlopig niet door, het is te gevaarlijk. "

"Mijn familie woont in Oekraïne. Mijn ouders wonen in het westen, daar is geen militaire basis, dus in principe is het daar iets veiliger, maar er zijn geen garanties. Er is daar constant veel stress door de sirenes die onophoudelijk loeien. De rest van de familie woont in de buurt van Kiev en is gevlucht voor de bommen en raketten. Mijn schoonmoeder en ons kleinkind zijn gevlucht naar mijn ouders en logeren voorlopig daar. Als alles goed gaat, neem ik hen vanuit Polen terug mee naar België. Voorlopig heb ik een maand onbetaald verlof gevraagd op het werk, maar we zien wel hoe de situatie evolueert. Mijn ouders hebben beslist dat ze in Oekraïne zullen blijven. Mijn moeder, die de Tweede Wereldoorlog heeft meegemaakt, zegt dat ze alles al gezien en meegemaakt heeft in het leven."

Ihor gaat richting het militair hospitaal, buiten de hoofdstad. De eerste lijn is in de hoofdstad, voorlopig gaat hij werken in de tweede lijn.  "Ik ga waar ze mij meest nodig hebben. Ze kennen mij daar goed, ik heb daar al vele jaren opleiding wondzorgtechnieken gegeven. Mijn vrouw blijft hier in België, mijn kinderen zijn volwassen. Ik moet gaan helpen. Het is mijn plicht. Mijn vrouw heeft begrip en respect voor mijn beslissing. Ze steunt mij bij de voorbereiding van mijn reis die morgen begint. Vandaag doet zij nog de laatste inkopen."

Laatste ontwikkelingen in Oekraïne

Kiev hield ook de vijfde nacht na de Russische invasie stand. ‘We zullen de hoofdstad niet opgeven, Oekraïne is al aan de winnende hand', zei de Oekraïense minister van Defensie vanmorgen. Intussen melden Russische persbureaus dat er zondag een nieuwe grondwet zou zijn goedgekeurd in Wit-Rusland. In de nieuwe grondwet doet het land afstand van zijn niet-nucleaire status. Dat betekent in theorie dat Rusland voor het eerst sinds het einde van de Sovjet-Unie kernwapens in het land kan plaatsen (Bron: De Standaard).

Ihor: "Gisteren zijn al raketten afgevuurd op Oekraïne vanuit Wit-Rusland". Oekraïense en Russische delegaties zijn intussen aangekomen in Wit-Rusland voor zogenaamde vredesgesprekken die zullen plaatsvinden in de regio van de kerncentrale van Tsjernobyl die sinds de kernramp verlaten is. Maar of de gesprekken iets zullen opleveren is twijfelachtig. De Oekraïense president Zelenski zei gisteren dat hij niet verwacht dat de onderhandelingen tot een oplossing zullen leiden. Ook Ihor deelt die mening, "Wit-Rusland zegt dat het wil bemiddelen in het conflict, in feite sturen ze aan op een capitulatie door Oekraïne, dat zal niet gebeuren. En Rusland stuurt voor deze vredesgesprekken niemand minder dan…de minister van Cultuur."

Wie Ihor wil steunen in zijn missie, kan dat via deze website.

Bronnen : gesprek met Ihor, https://www.pzc.nl/, De Standaard.

MediQuality biedt haar leden de mogelijkheid hun mening te uiten over actuele en/of medische kwesties. Deze opinies weerspiegelen de persoonlijke mening van hun auteur en vallen onder diens verantwoordelijkheid.

Sabine Verschelde • MediQuality

https://www.mediquality.net/be-nl/news/article/24703187/wondzorgspecialist-vertrekt-naar-het-front-in-zijn-thuisland-oekraine-om-te-helpen

 

Oekraine2.jpg

Rode Kruis-Vlaanderen heeft een rekening geopend voor wie geld wil storten voor hulp aan Oekraïne. De organisatie maakt ook 250.000 euro vrij uit het noodhulpfonds om in te zetten voor humanitaire hulp. De dienst 'Restoring Family Links' wordt ingezet voor familieleden in Oekraïne.

Rode Kruis-Vlaanderen deelt de grote bezorgdheid van het Internationale Rode Kruis over de situatie in Oekraïne en het ruimere conflictgebied. De Rode Kruisbeweging is volledig gemobiliseerd in reactie op de noodsituatie om de burgerbevolking te steunen en te beschermen. De organisatie roept ook alle partijen die bij het conflict betrokken zijn op, om het internationale humanitaire recht te respecteren.

Rode Kruis-Vlaanderen maakt daarom per direct 250.000 euro vrij uit haar eigen noodfonds ter ondersteuning van het Oekraïense en Poolse Rode Kruis. Het geld zal gebruikt worden om te voorzien in voedsel, water, dekens, tenten voor opvang van vluchtelingen in de Poolse grenssteden en medische zorg en psychosociale ondersteuning.

Rode Kruis-Vlaanderen opent daarnaast een rekening voor wie geld wil storten: 53 0000 0000 5353 met vermelding "Oekraïne". Dat geld zal via de lokale Rode Kruis-afdelingen eveneens gebruikt worden voor directe humanitaire hulp aan de mensen die getroffen worden door het conflict.

Rode Kruis-Vlaanderen is en blijft in nauw contact met de lokale Rode Kruis-afdelingen in het conflictgebied (Oekraïne, Roemenië, Hongarije, Polen enz.) en met het Internationale Rode Kruis. Samen met hen wordt continu geanalyseerd welke hulpacties opgezet moeten worden en waar financiële hulp nodig is om de slachtoffers te helpen.

Vanaf maandag 28 februari wordt ook de dienst Restoring Family Links geactiveerd via het speciaal voorziene telefoonnummer 015/44 34 07. Wie het contact met familieleden verloren is als gevolg van een oorlog, gewapend conflict, natuurramp of migratie kan op deze dienst beroep doen. Rode Kruis-Vlaanderen werkt hiervoor samen met andere Rode Kruis- en Rode Halve Maanverenigingen wereldwijd, en speciale afgevaardigden in conflictgebieden.

Het Rode Kruis doet ook een dringend oproep aan alle partijen die betrokken zijn bij het conflict om de verplichtingen krachtens het internationaal humanitair recht (IHR) na te leven.

Tot nu toe werden reeds 30.000 pakketten met voedsel en zaken als zeep, shampoo en tandpasta uitgedeeld aan vluchtelingen door het Rode Kruis. De hulporganisatie heeft duizend mensen in opvangcentra getraind in het verlenen van eerste hulp, klinkt het.

In de regio Donbas in het oosten van Oekraïne heeft het Rode Kruis de afgelopen weken ruim 16.000 liter water gebracht. In Rusland helpen duizend vrijwilligers zo'n 18.000 mensen die daarheen zijn gevlucht. Ook in andere buurlanden van Oekraïne biedt het Rode Kruis opvang en hulp. In Polen is er voedsel en medische hulp en tijdelijke opvang voor honderden vluchtelingen.

www.despecialist.eu

 

Oekraine1.jpg

Rode Kruis-Vlaanderen deelt de grote bezorgdheid van het Internationale Rode Kruis over de situatie in Oekraïne en het ruimere conflictgebied. De Rode Kruisbeweging is volledig gemobiliseerd in reactie op de noodsituatie om de burgerbevolking te steunen en te beschermen. Ook Rode Kruis-Vlaanderen is gestart met acties: hierbij werd een rekening geopend voor mensen die geld willen storten voor de slachtoffers, maakt de organisatie € 250.000 vrij voor hulp en wordt de dienst ‘Restoring Family Links’ ingezet voor familieleden in Oekraïne. De organisatie roept ook alle partijen die bij het conflict betrokken zijn op, om het internationale humanitaire recht te respecteren.

€ 250.000 uit noodhulpfonds en rekening voor directe humanitaire hulp

De komende tijd zal veel humanitaire hulp nodig zijn. Ook financiële hulp. Er is nu reeds een humanitaire nood in Oekraïne zelf maar de vluchtelingenstromen veroorzaakt door het geweld is ook één van de grote bezorgdheden. In de grensstad Przemyśl, vangt het Poolse Rode Kruis de toestromende vluchtelingen op en biedt hen onderdak, hulpgoederen en medische benodigdheden, evenals psychologische ondersteuning.

Rode Kruis-Vlaanderen maakt daarom per direct € 250.000 vrij uit haar eigen noodfonds ter ondersteuning van het Oekraïnse en Poolse Rode Kruis. Het geld zal gebruikt worden om te voorzien in voedsel, water, dekens, tenten voor opvang van vluchtelingen en medische zorg en psychosociale ondersteuning.

Rode Kruis-Vlaanderen opent daarnaast een rekening voor wie geld wil storten: BE53 0000 0000 5353 met vermelding “Oekraïne”. Dat geld zal via de lokale Rode Kruis-afdelingen eveneens gebruikt worden voor directe humanitaire hulp aan de mensen die getroffen worden door het conflict.

Rode Kruis-Vlaanderen is en blijft in nauw contact met de lokale Rode Kruis-afdelingen in het conflictgebied (Oekraïne, Roemenië, Hongarije, Polen enz.) en met het Internationale Rode Kruis. Samen met hen wordt continu geanalyseerd welke hulpacties opgezet moeten worden en waar financiële hulp nodig is om de slachtoffers te helpen.

Voor meer informatie: www.rodekruis.be/oekraine

 

gezondheidszorg

In het regeerakkoord dat de huidige Vivaldi-regering maakte, stond ook de voorbereiding op een staatshervorming ingeschreven. Vooraleer deze zevende staatshervorming zich zou kunnen voltrekken moet er eerst bepaald worden welke grondwetsartikelen er opengesteld worden voor herziening.

In deze aflevering van Doorbraak Radio komen Lieve Van Ermen, voorzitter van het Vlaams Artsenverbond, en Jurgen Constandt, voorzitter van het Vlaams & Neutraal Ziekenfonds (VNZ), uitleg geven bij hun visie op deze zevende staatshervorming. Zij hebben onlangs meegewerkt aan de gemengde commissie van de grondwetsherziening rond het thema gezondheidszorg. Dit thema belangt iedere Vlaming of Waal aan en in de coronacrisis is duidelijk geworden dat de bevoegdheidsverdeling van dit domein nog niet op punt staat.

Vlaams Artsenverbond

Als voorzitter van het Vlaams Artsenverbond werd Lieve Van Ermen 15 oktober uitgenodigd bij de gemengde commissie in de Senaat. Zij werd daar uitgenodigd om hun doelstellingen wat de gezondheidszorg betreft toe te lichten. ‘Wij hebben één doelstelling. En dat is de ganse gezondheidszorg overhevelen naar de deelstaten.’

Daarbovenop moet het Brusselse Gewest kiezen naar welke Gemeenschap zij willen overgebracht worden, vertelt Van Ermen. Het Vlaams Artsenverbond stoelt dit op de Grondwet. ‘Deze zegt dat de Vlaamse en de Franstalige Gemeenschap elk voor zich persoonsgebonden aangelegenheden per decreet regelen.’ Wat is er nu meer persoonsgebonden dan gezondheid? ‘We doen het apart, we doen het beter én we doen het goedkoper!’ Eigen klemtonen, efficiënt en goedkoper, zegt Van Ermen.

Efficiëntie door minder beleidsniveaus

Het VNZ ondersteunt als ziekenfonds de communautarisering van de gezondheidszorg. ‘Dit zou betekenen dat de Gemeenschappen bevoegd worden en zeker voor meer efficiëntie zorgen.’ De winsten die we maken zouden al heel logisch zijn op het aantal beleidsniveaus, zegt Constandt. Op dit moment zijn er namelijk negen excellenties bevoegd voor alle aspecten van gezondheidszorg.

‘Vlaanderen werkt wat dat betreft perfect. We hebben één bevoegde minister en één Vlaams Parlement.’ Federaal is er dan nog een minister, maar het zijn vooral de Franstaligen die in Brussel en in Wallonië elk met drie ministers werken. Dus op dat vlak zouden we al heel wat vlotter en goedkoper kunnen werken.

Politiek bedrijven en gezondheidszorg vergen bepaalde keuzes. ‘In Vlaanderen heb je een dominante mening en in Wallonië heb je een ander soort dominante mening.’ We moeten op Belgisch niveau altijd laveren tussen deze twee visies en een middenweg zoeken die niemand tevreden stelt, zegt Constandt. Nu wordt dit door de coronacrisis een beetje ondergesneeuwd, maar die verschillen zijn er gigantisch op het terrein. ‘Dit gaat van de organisatie van de gezondheidszorg en ziekenhuiswerking tot echelonering.’ Vlaanderen kiest bijvoorbeeld veel duidelijker voor die eerstelijnszorg met de huisarts als belangrijkste figuur die doorverwijst naar de specialist. In Wallonië ligt die focus dan weer anders. ‘Dit is ook in andere beleidsdomeinen te merken zoals bijvoorbeeld werkloosheid.’

Eigen Vlaamse klemtonen

Volgens beide gasten zijn er duidelijke verschillen in de klemtonen die worden gelegd in de gezondheidszorg. Zo is er bijvoorbeeld de contingentering die al lang een heikel punt is. Deze bepaalt hoe veel mensen er mogen starten aan de opleiding geneeskunde. Dit is een afspraak tussen de Gemeenschappen uit 1997 om de instroom van die studenten af te remmen.

‘Vlaanderen als brave leerling van de klas heeft die regel direct toegepast en zo hebben veel Vlaamse jongeren hun droom niet zien waar worden.’ In Wallonië daarentegen heeft men die regel niet toegepast, zegt Van Ermen. Daarom staan ze nu met een overtol van 1500 RIZIV-nummers en blijft die saga zonder einde.

Responsabilisering

Als de gezondheidszorg naar de Gemeenschappen wordt overgeheveld, betekent dit ook dat de bekostiging ervan hierdoor wordt beheerd. ‘Dan heb je sowieso een responsabilisering.’ Weinig mensen staan er bij stil hoe veel wij voor sociale zekerheid betalen, zegt Constandt.

Vorig jaar was dat in Vlaanderen gemiddeld 9200 euro per werkende persoon dat werkgevers en werknemers betaalden. ‘Dat is 2000 euro meer dan in Wallonië en in de uitgaven zien we dan het omgekeerde.’ Je kan zeggen dat dit solidariteit is, zegt Constandt, maar solidariteit heeft natuurlijk zijn grenzen. ‘Zeker ook als je ziet dat er geen resultaat uitvloeit zoals bijvoorbeeld beter en zuiniger beleid.’

David Geens
Podcast producer bij Doorbraak.be

 

Geachte Voorzitter,

Tijdens de voorbereidende gesprekken voor de vorming van de nieuwe federale regering herinnert het Vlaams Artsenverbond aan zijn eis om de ganse gezondheidszorg te communautariseren, dus toe te vertrouwen aan de Vlaamse en Franse Gemeenschap.
De inwoners van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moeten de vrije keuze krijgen om toe te treden tot het stelsel van de Vlaamse of van de Franse Gemeenschap.
De vermelde overheveling van de gezondheidszorg naar de gemeenschappen betreft zowel de normerings-, de uitvoerings-, als de financieringsbevoegdheid.

De argumenten voor deze eis zijn:

  • aan beide gemeenschappen de mogelijkheid geven om eigen klemtonen te leggen in de gezondheidszorg;
  • de efficiëntie van de gezondheidszorg vergroten door het hanteren van coherente bevoegdheidspakketten en door de afbouw van het huidige te grote aantal ministers van Volksgezondheid;
  • responsabilisering van de gemeenschappen tot een spaarzaam beleid.

In bepaalde omstandigheden, zoals een pandemie, is samenwerking tussen de gemeenschappen noodzakelijk.
Een vorm van financiële solidariteit tussen de gemeenschappen tijdens een overgangsperiode is bespreekbaar.

Op termijn zullen beide gemeenschappen beter worden van de voorgestelde overheveling  van de gezondheidszorg.
In afwachting van de herziening van de vereiste grondwetsartikelen kan de overheveling van de gezondheidszorg voorbereid worden en kunnen de budgetten reeds gesplitst worden als overgangsmaatregel.

Met bijzondere hoogachting,

Geert Debruyne,
VAV-voorzitter

 

Prof. Em. Jan De Maeseneer, Universiteit Gent

In de (schaarse) maatschappelijke debatten over de vormgeving van de gezondheidszorg komen vandaag vooral twee visies naar voor: enerzijds het benadrukken van een sterke solidariteit om de financiering van de zorg te kunnen handhaven, anderzijds het beklemtonen van de nood aan decentralisatie van de organisatie om een goede zorgverstrekking te realiseren. Beide oriëntaties zijn waardevol en kunnen de hoeksteen vormen van een modern gezondheidssysteem, gekenmerkt door relevantie, toegankelijkheid, kwaliteit, gerichtheid op de persoon en de populatie, kosteneffectiviteit, duurzaamheid en innovatie.

We stellen een grondige hertekening van de gezondheidszorg voor, om de uitdagingen en kansen van de 21ste eeuw tegemoet te treden met als perspectief 2030: vergrijzing met meer patiënten met meerdere (chronische) aandoeningen en problemen van geestelijke gezondheid, een belangrijke sociale gezondheidskloof, nieuwe en soms dure technologische ontwikkelingen en medicatie, een actieve mondige patiënt, toenemende diversiteit, globalisering. Bovendien is er een complex netwerk van beslissingsorganen en procedures, die stilaan hun houdbaarheidsdatum hebben overschreden.

We pleiten voor een Nationaal GezondheidsSysteem (NGS), gefinancierd via de federale fiscaliteit, dat verantwoordelijk is om de voorwaarden te scheppen om de, nationaal in het parlement vastgelegde globale gezondheidsdoelen, te realiseren. Het budget kan jaarlijks met 3 % groeien (boven inflatie), en wordt tussen de 3  gewesten verdeeld, op basis  van de objectieve zorgnoden en zorgprognoses in elk gewest, na een voorafname van 5%  voor activiteiten van primaire en secundaire preventie en een voorafname voor Onderzoek en Ontwikkeling door de Gewesten.

De Gewesten kunnen bij de uitvoering opdrachten en middelen toevertrouwen aan (clusters van) steden en gemeenten (verdere decentralisatie). Gewesten zijn bevoegd voor alle aspecten van organisatie, financiering, uitvoering, kwaliteitszorg, participatie, innovatie, behalve voor deze bevoegdheden die expliciet aan de nationale overheid zijn toevertrouwd.

Deze nationale bevoegdheden zijn: de vastlegging van tarieven en betalingsmechanismen, de ligdagprijs voor de ziekenhuisbedden; eventuele ‘globale en gebundelde financiering’; registratie, prijszetting en terugbetaling van geneesmiddelen en ‘medical devices’ . De nationale interprofessionele commissies, samengesteld uit vertegenwoordigers van de overheden,  de zorgorganisaties, zorgverstrekkers, patiënten/burgers en samenleving zorgen voor de vastleggingen. Deze commissies worden ondersteund door het Nationaal Instituut voor de Volksgezondheid, waarbinnen de Wetenschappelijke Raad zorgt voor proactieve advisering. Volgende bevoegdheden zijn ook federaal: bestrijding van rampen, epidemieën, de voedselveiligheid, luchtkwaliteit, geluidshinder; de vastlegging van de lijst van de gezondheidsberoepen en de bijhorende algemene criteria (uitvoering Europese Richtlijnen); coördinatie van de relaties van de Gewesten met relevante internationale instanties; de opdrachten en financiering van de 7 universitaire ziekenhuizen, met een eigenstandige financiering. De conferentie van de 3 Ministers van Volksgezondheid van de Gewesten speelt een belangrijke rol. In de nota wordt een aanzet gegeven rond hoe b.v. het Vlaamse Gewest binnen zijn autonomie zorg voor gezondheid (en welzijn) zou kunnen organiseren.

Een zorgvuldige transitie is een basis-voorwaarde voor deze grondige hervormingen. Nieuwe rollen voor overheid en alle actoren zijn essentieel. Hierbij treden de mutualiteiten niet langer op als verzekerings- en terugbetalingsinstellingen of aanbieders van zorg in gezondheid en welzijn, maar worden kritische, pluralistische middenveldorganisaties (‘civil society organisations’) die burgers/patiënten informeren, mobiliseren, samen brengen, verbinden en versterken om individueel en als groep acties te ondernemen voor en te participeren in het creëren van “gezondheid” in een  solidaire en zorgende samenleving (‘health litteracy’, zelfzorg, mantelzorg, informele zorg,…).

We stellen voor dat een onafhankelijke Commissie van Experten dit voorstel verbetert en een plan voor realisatie uittekent met perspectief 2030. Deze Commissie moet tegen 2023 de te wijzigen grondwetsartikelen en uitgewerkte innovatie-voorstellen voorbereiden. Intussen stellen we voor om reeds nu een aantal “quick wins” te realiseren, via verbeter-voorstellen, waarvan de nota enkele voorbeelden beschrijft.

Tot slot: investeren in een toegankelijke en kwaliteitsvolle gezondheidszorg, zorgt voor verbinding en sociale cohesie in een diverse samenleving, en dat is wat de bevolking én de politiek vandaag  nodig hebben.

De volledige nota (45 pagina’s)  is terug te vinden op:  www.jandemaeseneer.eu

Reacties naar: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. met ref. “Beleidsnota 2030”

 

Reactie van Vlaamse Artsenverbond op het Vlaams Regeerakkoord m.b.t. de nieuwe bevoegdheid van de Vlaamse Planningscommissie inzake artsenopleiding

Zoals het Vlaams Artsensyndicaat (VAS) opmerkt is Vlaanderen door de zesde staatshervorming reeds bevoegd om subquota voor artsen vast te leggen.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Vlaamse regering reeds in april ll. een besluit goedkeurde om een Vlaamse Planningscommissie op te richten en dat in het huidig Vlaams regeerakkoord die oprichting aangekondigd wordt. In die commissie zal onderzocht worden in welke specialisaties tekorten en in welke overtallen aanwezig zijn en het is de bedoeling daaraan te verhelpen.

In de tekst van het regeerakkoord (p. 42), becommentarieerd door minister Ben Weyts, wordt aan die Vlaamse Planningscommissie nog een tweede bevoegdheid toegekend: het bepalen van de Vlaamse zorgnoden. “Op basis van deze adviezen zal het aantal studenten dat toegelaten wordt tot de opleiding arts en tandarts worden bepaald en niet langer enkel op basis van het federale advies dat Vlaanderen al twintig jaar als enige opvolgt.”

Dit citaat wordt evenwel voorafgegaan door een ander statement: “Wat de artsenquota betreft zijn we als Vlaamse gemeenschap inzake de RIZIV-nummers afhankelijk van de federale regering. We blijven als Vlaanderen eisen dat er een correcte verdeling van de RIZIV-nummers is tussen de gemeenschappen en er een aflossing komt van het in het verleden door de Franse Gemeenschap opgebouwde overtal.”

Die tweede functie van de Vlaamse Planningscommissie wordt dus gelezen als een stok achter de deur bij blijvend niet naleven van de artsenquota door de Frans Gemeenschap nu reeds meer dan twintig jaar.

Die bezorgdheid van de Vlaamse regering is niet onterecht. Op 26 april 2016 adviseerde de Federale Planningscommissie Medisch Aanbod om het tot op dat ogenblik geldend quotum 60 N/40 F om te buigen naar 56,5 N/43,5 F op basis van wetenschappelijk betwistbare parameters (Periodiek 2016/3, p. 14). Na hevig protest van o.m. het Vlaams Geneeskundigenverbond (VGV) – de vroegere benaming van het Vlaams Artsenverbond (VAV) – werd het quotum door minister Maggie De Block hersteld op 23 september 2016 naar 60 N/40 F (Periodiek 2017/1, p. 20-21).

Alleen reeds om die reden is de oprichting van een Vlaamse Planningscommissie vereist.

Een andere reden om een Vlaamse Planningscommissie op te richten is dat dit een noodzakelijk instrument is voor de toekomstige autonome Vlaamse gezondheidszorg, een doelstelling van het VAV, geformuleerd in de Missietekst van het VAV (Periodiek 2017/1, p. 6-8).

Vanzelfsprekend zal de Vlaamse regering er op moeten toezien dat de Vlaamse studenten in die overgangsperiode behoed worden voor rechtsonzekerheid.

Antwerpen, 7 oktober 2019

Namens de raad van Bestuur, Vlaams Artsenverbond vzw

Dr. Geert Debruyne, voorzitter

 

Geachte politici, Geachte beleidsmakers,
Beste leden van de pers,

Naar aanleiding van de verkiezingen 26 mei 2019 stellen we als Vlaams Artsenverbond ons MEMORANDUM voor. Hierin willen we aangeven welke prioriteiten in de volgende legislatuur naar onze mening gerealiseerd moeten worden.

Wil ook onze missie, statuten, alsook standpunten, publicaties ovv het ledenblad ‘Periodiek’, en diverse activiteiten raadplegen op www.vlaamsartsenverbond.org .
Het verbond organiseert op 12 oktober aanstaande te Brussel opnieuw een wetenschappelijk Symposium over het gezondheidsbeleid te lande na implementatie van de 6de staatshervorming en in het licht van de evolutie tijdens de voorbije legislatuur. Onder de titel. “Gezondheidszorg voor de Vlamingen”, met bijzondere aandacht voor Brussel en de Vlaamse Rand, worden vier lezingen gehouden, gevolgd door een debat. U bent er alvast van harte op uitgenodigd. Daartoe trouwens ook reeds het programma in bijlage.

We verhopen ten stelligste uw bijzondere aandacht voor onze visie te kunnen trekken en zijn vanzelfsprekend steeds bereid tot verder overleg of aanvullende duiding.

We verblijven met de betuiging van onze voorname achting.

Geert Debruyne
Voorzitter VAV

Bert Baert, Jan Dockx, Bart Garmyn, Chris Geens, Piet Jongbloet, Eric Ponette, Lieve Van Ermen en Jan Van Meirhaeghe
Bestuursleden VAV

Contact: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.  & Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

 

 

Recente ontwikkelingen

  1. Op 26 april 2017 heeft de Franse Gemeenschap een decreet goedgekeurd waardoor een ingangsproef verplicht wordt voor artsen en tandartsen. Indien er geen obstakels meer opduiken kan deze proef voor het eerst plaats vinden op 8 september 2017.
  2. Op 28 april 2017 heeft de federale regering beslissingen genomen over het dossier van de contingentering op basis van de voorstellen van de planningscommissie (7 maart 2017) onder de vorm van een zogenaamd “interkabinetten akkoord”. Over de inhoud van dit akkoord werd geen tekst bekend gemaakt. Wij beschikken dus alleen over een reeks persberichten dienaangaande. Volgens de ons beschikbare informatie en dus met het nodige voorbehoud zouden volgende beslissingen genomen zijn :

    2.1 Quota 2023: Deze werden vastgelegd op 838 (58% N) Nederlandstalige artsen en 607 (42% F) Franstalige artsen met verwijzing naar een document van de Planningscommissie op 07.03.17.
    Ter herinnering: de federale regering had in september 2016 nochtans beslist dat de communautaire verdeelsleutel 60 N/40 F zou behouden blijven tegen het advies van de Planningscommissie in, die toen een wijziging naar 56,5 N/43,5 F had voorgesteld.

    2.2 Quota vanaf 2024: De planningscommissie zal alleen nog een quotum bepalen voor het ganse land. De verdeling over de gemeenschappen gebeurt dan op basis van een berekening door het Rekenhof. Een wet zal de verdelingsformule op basis van de bevolkingsaantallen bepalen.

    2.3 Herstel van het evenwicht tussen de Gemeenschappen van de saldo's op het einde van de afvlakkingsperiode. De planningscommissie heeft, zoals gevraagd door het VAV (zie Periodiek, 2016 /3), een herberekening uitgevoerd van de quota waarbij ook rekening gehouden werd met uitval aan mankracht door non-activiteit binnen het Riziv. Deze heeft aangetoond dat de Franse Gemeenschap 1.531 Riziv nummers in overtal heeft afgeleverd. Daarom wordt het jaarlijks Franstalige quotum vanaf 2024 verminderd met 17% tot 505. Omgekeerd heeft de Vlaamse Gemeenschap 1.041 RIZIV nummers te weinig afgeleverd. Daarom wordt het jaarlijks Vlaamse quotum vanaf 2024 verhoogd met 8% tot 907. Deze correctie verloopt over een periode van 15 jaar tot de afwijking in 2038 opgeslorpt is.

    2.4 Studenten, die de studies reeds hebben aangevat. De studenten, die in 2017 afstuderen krijgen allemaal een attest. Deze attesten zullen ook verstrekt worden aan de studenten, die in 2018, 2019, 2020 hun diploma behalen als blijkt dat de ingangsproeven doeltreffend zijn.
  1. Op 11 mei 2017 heeft minister Crevits namens de Vlaamse regering in   het Vlaamse parlement aangekondigd dat Vlaanderen vanaf 2018 wil starten met een nieuwe regeling van de toelatingsproef. Zo komt er een numerus fixus waarbij de best gerangschikte deelnemers de opleiding mogen aanvatten. Er komt ook een aparte proef voor artsen en tandartsen. Ook inhoudelijk zullen de proeven bijgestuurd worden. Naast wetenschappelijke kennis zullen ook andere competenties in de weegschaal gelegd worden. Zo zal bij de kandidaat-tandartsen ook de handvaardigheid geëvalueerd worden. Voor het academiejaar 2018 - 2019 zou het gaan om 1.249 starters waarvan er 135 gereserveerd worden voor de opleiding tandheelkunde.

Recente ontwikkelingen

  1. Op 26 april 2017 heeft de Franse Gemeenschap een decreet goedgekeurd waardoor een ingangsproef verplicht wordt voor artsen en tandartsen. Deze proef zal voor het eerst plaats vinden op 8 september 2017.
  1. Op 28 april 2017 heeft de federale regering belangrijke beslissingen genomen over het dossier van de contingentering op basis van de voorstellen van de planningscommissie (7 maart 2017) onder de vorm van een zogenaamd “interkabinetten akkoord”. Over de inhoud van dit akkoord werd geen tekst bekend gemaakt. Wij beschikken dus alleen over een reeks persberichten dienaangaande. Deze zijn evenwel niet altijd éénsluidend. Volgens de ons beschikbare informatie en dus met het nodige voorbehoud zouden volgende beslissingen genomen zijn :

2.1 Quota 2023: Deze werden vastgelegd op 838 (58% N) Nlt. artsen en 607 (42% F) Frt. artsen met verwijzing naar een document van de Planningscommissie op 07.03.17.

Ter herinnering: de federale regering had in september 2016 nochtans beslist dat de communautaire verdeelsleutel 60 N/40 F zou behouden blijven tegen het advies van de Planningscommissie in, die toen een wijziging naar 56,5 N/43,5 F had voorgesteld.

2.2 Quota vanaf 2024: De planningscommissie zal alleen nog een quotum bepalen voor het ganse land. De verdeling over de gemeenschappen gebeurt dan op basis van een berekening door het Rekenhof. Een wet zal de verdelingsformule op basis van de bevolkingsaantallen bepalen.

2.3 Herstel van het evenwicht tussen de Gemeenschappen van de saldo's op het einde van de afvlakkingsperiode. De planningscommissie heeft, zoals gevraagd door het VAV (zie Periodiek , 2016 /3), een herberekening uitgevoerd van de quota waarbij ook rekening gehouden werd met uitval aan mankracht door non-activiteit binnen het Riziv. Deze heeft aangetoond dat de Franse Gemeenschap 1531 Riziv nummers in overtal heeft afgeleverd. Daarom wordt het jaarlijks Fr. quotum vanaf 2024 verminderd met 17% tot 505. Omgekeerd heeft de Vlaamse Gemeenschap 1041 RIZIV nummers te weinig afgeleverd. Daarom wordt het jaarlijks Vl. quotum vanaf 2024 verhoogd met 8% tot 907. Deze correctie verloopt over een periode van 15 jaar tot de afwijking is opgeslorpt.

2.4 Studenten, die de studies reeds hebben aangevat. De studenten, die in 2017 afstuderen krijgen allemaal een attest. Deze attesten zullen ook verstrekt worden aan de studenten, die in 2018, '19, '20 hun diploma behalen als blijkt dat de ingangsproeven doeltreffend zijn.

3.Op 11 mei 2017 heeft minister Crevits namens de Vlaamse regering in   het Vlaamse parlement   aangekondigd dat Vlaanderen vanaf 2018 wil starten met een nieuwe regeling van de toelatingsproef. Zo komt er een numerus fixus waarbij de best gerangschikte deelnemers de opleiding mogen aanvatten. Er komt ook een aparte proef voor artsen en tandartsen. Ook inhoudelijk zullen de proeven bijgestuurd worden. Naast wetenschappelijke kennis zullen ook andere competenties in de weegschaal gelegd worden. Zo zal bij de kandidaat-tandartsen ook de handvaardigheid geëvalueerd worden. Voor het academiejaar 2018 - 2019 zou het gaan om 1.249 starters waarvan er 135 gereserveerd worden voor de opleiding tandheelkunde.

Aanvullende gegevens

Met dank aan onze sponsors.