REGERINGSVORMIGEN EN CORONACRISIS
De regeringsvormingen na 26 mei 2019
Even het geheugen opfrissen (1).
Op 26 mei 2019 waren er in België regionale, federale en Europese verkiezingen.
Minister-president Oliver Paasch II won de sprint met de eedaflegging van de regering van de Duitstalige Gemeenschap op 17 juni 2019. Daarop volgde de Brusselse Hoofdstedelijke regering Vervoort III op 18 juli. De Waalse regering Di Rupo III legde de eed af op 13 september en de Franse Gemeenschapsregering Jeholet op 17 september. Minister-president Jan Jambon sloot de vorming van de deelstaatregeringen af met de eedaflegging van de Vlaamse regering op 2 oktober.
Doch de vorming van de federale regering verloopt stukken moeilijker.
Ter herinnering. Met het vertrek van de N-VA wegens de onenigheid met het VN-Migratiepact (Marrakeshpact) op 9 december 2018 geraakte de regering Michel haar meerderheid kwijt (Michel II). Desondanks bleef ze functioneren, vanaf 21 december 2018 weliswaar als een regering van lopende zaken en overbrugde ze de verkiezingen; bij het vertrek van Michel op 27 oktober 2019 werd hij vervangen door Sophie Wilmès (regering Wilmès I).
Reeds op 30 mei 2019 stuurde de koning Didier Reynders en Johan Vande Lanotte als informateurs in het veld om de toestand af te tasten; zij legden hun verslag neer op 7 oktober 2019. De als preformateurs op 8 oktober uitgezonden Geert Bourgeois en Rudy Demotte gaven hun opdracht zonder resultaat terug op 5 november 2019. Daarna volgden nog twee informatierondes: eerst die van Paul Magnette (5 november 2019 – 10 december 2019), daarna die van Joachim Coens en Georges-Louis Bouchez (10 december 2019 – 31 januari 2020).
Aanvankelijk leek koninklijk opdrachthouder Koen Geens (31 januari 2020 – 11 februari 2020) op basis van het verslag van zijn voorgangers in zijn opdracht om een regering te vormen met deelneming van PS en N-VA te lukken. Doch PS-voorzitter Magnette blies de besprekingen in de media op, zodat Koen Geens zijn opdracht dezelfde dag teruggaf aan de koning. Politicoloog Carl Devos gaf als commentaar over de manier waarop PS-voorzitter Magnette zowel N-VA-voorzitter De Wever als SP.A-voorzitter Rousseau te grazen heeft genomen: “Bedrog van deze omvang is echt uitzonderlijk. Als je in de Wetstraat een akkoord bevestigt met een ritueel, door elkaar de hand te geven of in dit geval de ellebogen tegen elkaar te drukken, wil een erecode dat je dat akkoord respecteert. Zeker als de partijvoorzitters hun woord geven, geldt dat als een heilig verbond. En dan zie je dat de voorzitter van de grootste Franstalige partij, in een crisis zonder weerga, een gegeven woord niet nakomt” (2).
Op 19 februari 2020 vaardigde de koning Patrick Dewael (Open Vld) en Sabine Laruelle (MR) af om de onderhandelingen vlot te trekken. Na talloze gesprekken en onder druk van de toenemende crisis door het coronavirus, slaagden beide koninklijke opdrachthouders erin op 15 maart tien partijen een akkoord te doen sluiten: MR, Open Vld, CD&V, N-VA, PS, Sp.a, Groen, Ecolo, cdH en DéFi. De regering Wilmès I ging aan de Kamer een vertrouwensstemming vragen, waardoor zij een tijdelijke minderheidsregering zou worden met gedoogsteun vanuit de oppositie. Deze regering, Wilmès II, zou een beperkte looptijd hebben en zich beperken tot de bestrijding van de coronacrisis. Hiervoor zou de regering ook volmachten van het parlement krijgen, gesteund door de tien partijen.
En zo geschiedde. Op 16 maart ll. benoemde de koning Sophie Wilmès (MR) tot koninklijk formateur met als opdracht een regering te vormen met de partijen Open Vld, CD&V en MR. Toen bleek dat N-VA de regering Wilmès II geen vertrouwen zou geven in het parlement, maar wel zou instemmen met bijzondere volmachten. Op 17 maart ll. legde Wilmès opnieuw de eed af als eerste minister; haar regering zal uit dezelfde ministers bestaan als de regering Wilmès I. Zij vroeg het parlement om voor zes maanden volmachten en vertrouwen te verlenen., uitsluitend om de coronacrisis te bezweren. Intussen wordt er verder gezocht naar een regering met een parlementaire meerderheid en een volwaardig regeerakkoord. Op 19 maart ll. vond de vertrouwensstemming plaats en op 26 maart stemde de Kamer in met de gevraagde volmachten.
De coronapandemie
Toen de eerste berichten over een nieuw virus uit het Chinese Wuhan in januari ll. bij ons binnenliepen, beseften weinigen de ernst ervan. Pas toen er ook besmettingshaarden in Europa opdoken en duidelijk werd dat het coronavirus dodelijker was dan een gewone griep, begon men zich in medische kringen en bij meerdere overheden zorgen te maken. Toen er ook in België besmettingshaarden ontstonden, werd een groep met medische en andere experten opgericht, die advies verstrekt aan politici van de federale en deelstaatoverheden. Daarnaast werd de Nationale Veiligheidsraad, die concrete maatregelen voor de aanpak van de pandemie ontwerpt, geactiveerd.
Meerdere organen zijn verantwoordelijk voor een goed verloop. Voor het overleg inzake de volksgezondheid zijn er de “Risk Assessment Group” (risicoanalyse door experten van Sciensano en de gezondheidsautoriteiten), de “Risk Management Group” (maatregelen door politici van federale staat en deelstaten op basis van het advies van RAG) en een “Wetenschappelijk comité Coronavirus” (wetenschappelijk advies). Hieraan is nog een “Evaluatiecel” toegevoegd. Om beslissingen voor te bereiden zijn nog 7 specifieke cellen verantwoordelijk, o.a. een “socio-economische cel” en een “Economic Risk Management Group”. Tenslotte is de “Nationale Veiligheidsraad” verantwoordelijk
Voor het nemen van beslissingen; die worden voorbereid door het “Federaal Coördinatiecomité” (3).
Hoe blijft onze sociale zekerheid betaalbaar?
HET GAAT DE VERKEERDE RICHTING UIT MET DE KINDERBIJSLAGEN IN BRUSSEL
Samenvatting
Door een bepaling in de 6de staatshervorming en besprekingen tussen Franstalige politieke partijen evenals binnen de Brusselse regering dreigt de band tussen de kinderen in Brussel en die in Vlaanderen inzake de kinderbijslagen doorgeknipt te worden. De Vlaamse leden van de Brusselse regering kunnen die nefaste evolutie nog tegenhouden.
Uitgangspunt
Resolutie nr. 4, op 3 maart 1999 aangenomen door het Vlaams Parlement, bepaalt dat de normerings-, uitvoerings- en financieringsbevoegdheid betreffende het volledige gezondheids- en gezinsbeleid integraal naar de deelstaten moeten worden overgeheveld, dus onder meer met inbegrip van de gezondheidszorgverzekering en de gezinsbijslagen (kostencompenserende regelingen). Daarbij moeten de inwoners van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de vrije keuze bekomen om toe te treden tot het stelsel van de deelstaat Vlaanderen of van de Franstalige deelstaat, dat telkens zowel een regeling voor de inkomsten als voor de uitgaven bevat.
Wat liep er mis?
Vooreerst is er in de 6de staatshervorming geen sprake van financieringsbevoegdheid van de deelstaten voor de kinderbijslagen: de financiering gebeurt door dotaties van de federale overheid. Verder worden slechts 87,5 % van de federale middelen overgeheveld, zodat de deelstaten de rest moeten bijpassen. Doch er is meer. Specifiek voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dreigt een en ander mis te lopen: ° In plaats van de uitvoeringsbevoegdheid toe te kennen aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) en de Commission Communautaire Française (COCOF), werd ze door de 6de staatshervorming toegekend aan de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC). Dat betekent dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die bevoegdheid krijgt en dat zijn inwoners niet de keuze krijgen om toe te treden tot het stelsel van de Vlaamse of Franse Gemeenschap. ° In “Les accords de la Sainte Emilie” (19.09.13) werd onder de vier Franstalige politieke partijen die de 6de staatshervorming ondersteunen, zonder de Nederlandstalige partijen te raadplegen, afgesproken om de kinderbijslagen tussen Brussel en Wallonië maximaal te harmoniseren. ° Tenslotte besliste de Brusselse regering onder de dekmantel “schaalvergroting” enkel te overleggen met kinderbijslagfondsen met minimum 40.000 leden, zodat de kinderbijslagfondsen, waarbij Vlamingen aangesloten zijn, onder die drempel blijven. Door de combinatie van de drie genoemde maatregelen wordt de band tussen de kinderen in Brussel en die in Vlaanderen in drie stappen doorgeknipt.
Wat nu?
Zodra de Brusselse regering dit alles in een ordonnantie gegoten heeft, kan de Vlaamse regering een belangenconflict inroepen, doch die procedure heeft slechts een tijdelijk blokkerend effect. De verantwoordelijkheid om deze nefaste evolutie van de kinderbijslagen in Brussel te stoppen ligt in de handen van de Vlaamse leden van de Brusselse regering. Deze discriminatie van de Vlaamse kinderen in Brussel kan slechts gerealiseerd worden met een collegiale beslissing van de Brusselse regering en dus met de uitdrukkelijke goedkeuring van de Vlaamse leden van die regering, namelijk ministers Guy Vanhengel (Open VLD), Pascal Smet (Sp.a) en staatssecretaris Bianca Debaets (CD&V).
Het Bestuur van het AK-VSZ, 25 november 2015
KUNSTHUIS VLAANDEREN...Tussen DROOM en DAAD
Als seizoensthema voor KUNSTHUIS VLAANDEREN hebben die woorden een bijzondere betekenis voor het eerste seizoen, waarbij opera en ballet moeten samenwerken. Zullen de lijm van creatieve kracht en verbeelding voldoende sterk zijn om het hoofd te bieden aan de onverbiddelijke obstakels?
Meer nog dan tussen droom en daad zit Tannhaüser, de zanger-ridder, gevangen tussen waan en werkelijkheid, kunstenaarsidealen en verlangen naar liefde en seksualiteit. Hoofddramaturg Luc Joosten analyseert terecht dat realisatie van een opera steeds, ook bij Wagner, een gevecht is tussen de droom van de componist en daadwerkelijke realisatie. Is dit niet zo voor elk kunstwerk? Voor iedere liefde? En voor het totale seizoensaanbod?...
Met verder Rossini's Armida, met La Bohème, met Verdi's meesterwerk Otello, waarin aan de Shakespeare’s genialiteit nog dimensies… en dementies worden toegevoegd?
In Zemlinsky’s ‘Der König Kandaules’, gebaseerd op André Gide's gelijknamige toneelstuk, wordt de vraag gesteld naar de mogelijkheid om - het pad der rechtvaardigheid verlatend - op een slinkse manier het geluk te verwerven.... In Mozarts ‘Idomeneo’ is het seizoensthema minder aanwezig, alhoewel...? In Kurt Weills ‘Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny’ worden wij reeds in de titel geconfronteerd met het dualiteitprincipe.
Naast intendant Aviel Cahn, die het operaluik uittekende, staat dit jaar onder de balletprogrammering ook de naam van de kersverse directeur, Sidi Larbi Cherkaoui. Zoals niet alle producties van Opera Vlaanderen in de geëigende theaters in Gent en Antwerpen doorgaan, danst het ballet ook wel eens extra muros. Hun programma omvat Choreolab, ten volle toegespitst op creativiteit, van Manen/ Cherkaoui, ‘De Notenkraker’, ‘Doornroosje’ en Ravel. Het Orkest van de Opera staat in voor de muziekvertolking.
Het KUNSTHUIS programmeert verder nog avond- en middagconcerten, kinder- en jongerenvoorstellingen, schoolprojecten, in- en rondleidingen, ook backstage, het Grote Operabal en filmvoorstellingen.
Info op www.operaballet.be
Telefonische reservatie: 070 22 02 02
Luc Schaeverbeke
CONCERTGEBOUW BRUGGE MIKT ZUIDWAARTS
Volks, Vrank en Vrij, drie gebalde woorden om uit te drukken welke accenten de toon zullen zetten tijdens het nieuwe seizoen in het Concertgebouw Brugge. Artiesten uit alle windrichtingen zochten niet zelden het volkse, vernieuwende en onvoorspelbare in zuiderse oorden. Tijdens een ‘Grand Tour’ werkte het exotische ook inspirerend en bevrijdend, Italië was meestal de uitverkoren bestemming…
Zal doorheen de programmering die ontmoeting, die botsing met zuiderse, niet enkel Italiaanse culturen, het vuur doen overslaan, ook in ‘het Venetië van het noorden’?
Terug naar het hoofdaandeel en de diverse luiken die steeds weer van een zuiderse oriëntering getuigen. Het aanbod van niet minder dan 24 grotendeels ORKESTRALE PRODUCTIES is indrukwekkend en gevarieerd. Gevoed door het eigen huisorkest Anima Eterna zet Brugge opnieuw het graag geziene Budapest Festival Orchestra op de affiche. Ook de Brussels Philharmonic is present. Met het VOKAAL LUIK komen er nog 38 concerten bovenop. De reeks KAMERMUZIEK bevat 23 concerten en in 14 optredens staat de PIANO centraal. De producties rond Jazz, Pop, Rock en Wereldmuziek (8 concerten), 6 voorstellingen met MUZIEKTHEATER, een aantal FAMILIE voorstellingen en een indrukwekkend luik van DANSPRODUCTIES (o.m. met Jan Fabre als curator) vervolledigen dit aanbod. Ook Anima Eterna, alsook Rosas zijn van de partij. Dit gevarieerd en indrukwekkend banket bevat daarenboven talrijke premières, creatie-opdrachten en enkele interessante coproducties. Nog enkele namen: René Jacobs, Christianne Stotijn, Philippe Herreweghe, Paul Lewis, Anne Teresa De Keersmaeker, Mischa Maisky, Sidi Larbi Cherkaoui, Anneleen Lenaerts, Jos van Immerseel, Jan Michiels en Inge Spinette, Bernard Foccroulle en Maria João Pires...
Hoe uw tickets bestellen?
Online: www.concertgebouw.be
Aan de balie van In en Uit/ "t Zand 34 Brugge
Telefonisch +32 70 22 33 02
Luc Schaeverbeke
Toekomstverkenningen - Richard Celis
Migratie en integratie: uitdagingen voor Vlaanderen op weg naar 2030
Op zaterdagnamiddag 14 november vindt de Conferentie 2015 voor de ‘Toekomstverkenningen Richard Celis’ plaats in de Aula Rector Dhanis van de Universiteit Antwerpen.
Het is een initiatief van de Beweging Vlaanderen-Europa, VOS-Vlaamse Vredesvereniging, de Vlaamse Volksbeweging en de Marnixring.
Ook onze vereniging werkt actief mee. Het thema is: “Op weg naar 2030.
Welke toekomstvisie op migratie en integratie voor Vlaanderen en voor de Lage Landen?”
De bijeenkomst bijwonen, kan gratis. Inschrijven (vóór 30 oktober 2015) is evenwel verplicht.
Contingentering: is er iets nieuws onder de zon?
dr. Louis Ide, algemeen secretaris N-VA
Exact 20 jaar hou ik me al nu bezig met de contingentering. Het begon indertijd met een studentenbetoging en met het organiseren van een petitie die door meer dan 5000 artsen, studenten en professoren werd ondertekend. Dit met de steun van het VGV. Later werd het voor mij een steeds weerkerend parlementair dossier.
Na 20 jaar lijkt het alsof we nog steeds even ver staan en dat in dit bijzonder essentieel dossier zowel communautair als op vlak van de volksgezondheid.
Op vlak van de volksgezondheid voer ik al jaren aan dat de contingentering de hoeksteen van het gezondheidszorgbeleid is. Heel eenvoudig gesteld: stel dat we vinden dat iedereen rechtstreeks naar de specialist moet in het ziekenhuis, dan hebben we geen huisartsen meer nodig en hoef je er geen rekening meer mee te houden in je contingent. In dit scenario ga je van een relatief tekort naar een fors overschot. Je moet dus weten welk gezondheidszorgmodel je wil. Dat model is niet te vatten in een academisch of buitenlands model, het is en zal sui generis zijn.
Het is namelijk zo dat een gezondheidszorgmodel cultureel –in de breedste zin van het woord- bepaald is. Het zijn de mensen zélf die eerst naar hun huisarts gaan. Het zijn de mensen zélf die een vaste huisarts kiezen. Het zijn de mensen zélf die hun huisarts waarderen. Of ook: het zijn de mensen zelf die eerst naar de polikliniek in het ziekenhuis gaan en het zijn dus ook de mensen zelf die het nut van een vaste huisarts niet inzien. Als je die mensen bestudeert, kan je vaststellen dat in het eerste geval die mensen verbonden zijn middels de Vlaamse Gemeenschap. In het tweede geval zijn ze verbonden via de Franse Gemeenschap. Ziedaar, mijn oude boutade: de huisarts is Vlaams, het ziekenhuis Franstalig.
Hartcentra en PET-scanners: Vlaanderen walloniseert willens nillens
Ik las met veel interesse het schitterende artikel in De Specialist van 14 december 2014, “het strategiespel op hoog niveau voor de hartcentra.” Nadien verscheen in De Standaard van 6 januari 2015 een gelijkaardig artikel: “Zwarte scanners in stilte toch erkend” en “Strijd om de patiënt barst los”. Of met andere woorden, Vlaanderen walloniseert willens nillens omdat twee legislaturen Onkelinx en non-beleid hiertoe NU leiden! Haar wanhopig foute beslissingen door vriendjespolitiek in Wallonië deinen NU post hoc uit naar het Vlaanderen, omdat dit hier nu eenmaal België is en het federale beleid uit één voerbak door onze strot wordt geduwd.
Ik stelde haar destijds een parlementaire vraag over het aantal hartcentra in Wallonië. Haar PS-voorganger, minister Rudy Demotte, zag terecht het overtal in en besloot er een aantal te sluiten onder de taalgrens. Maar zij, eenmaal op de ministerstoel, hield ze zalvend open en paste in haar ‘gulheid’ die wafelijzerpolitiek ook toe op Vlaanderen zodat ook wij een overaanbod kregen, dat nu gerealiseerd dreigt te worden. Zodat Marc Moens smalend spot in De Specialist: “Ziekenhuizen, verkoop uw cathlab tweedehands, zelfs al heb je ze nooit gebruikt… voor het te laat is!” Niet alleen pecuniair is dit een ramp maar ook de kwaliteit van de hartzorg is bedreigd!
Een écht strategospel met hoofdgeneesheren als generaals en helaas ook patiënten als pionnen! Zo zien ook de bekende prof. Herman Nys en Koen Michiels, afgevaardigd bestuurder van het AZ Nikolaas ziekenhuis in Sint-Niklaas, het. Maar daar blijft het niet bij: de ‘zwarte PET-scanners’ rezen als paddenstoelen uit de grond in Franstalig België. Zonder erkenning en met officiële toelating van Onkelinx in haar laatste beleidsdagen kregen ze een ruling waardoor ze wél door de ziekteverzekering terugbetaald werden. Ze worden nu als eerste in de rij erkend en de brave Vlaming staat weer achteraan in de rij op zijn erkenning te wachten. Hoe is het mogelijk?
In Wallonië en Brussel staan ettelijke ‘zwarte scanners’, in Vlaanderen welgeteld één: in het OLV-ziekenhuis Aalst! Moraal van dit verhaal? In Vlaanderen zitten we met een correct aantal artsen per 100.000 inwoners en in Wallonië evenveel per 100.000 als in Griekenland. De economische barometer is daar dan ook navenant en de reden waarom men daar… allemaal PS stemt! Al goed dat onderwijs beleidsmatig Vlaanderen toekomt en het wordt hoog tijd dat alle beslissingen ons ook toekomen of we glijden hier af naar een totaal ‘gewalloniseerde gezondheidszorg’. Zal de huidige minister Maggie De Block dit kunnen counteren?
Lieve Van Ermen, cardioloog, gewezen senator
Deze lezersbrief verscheen op 28.01.15 in 'DE SPECIALIST'
Contingentering van artsen
VLAAMS GENEESKUNDIGENVERBOND V.Z.W. SECRETARIAAT: ERGO DE WAELLAAN 3, BUS 14 – 2100 DEURNE-ANTWERPEN
Moet Vlaanderen gestraft worden voor 15 jaar goed beleid inzake artsenopleiding?
Moeten de Franstaligen beloond worden voor 15 jaar wanbeleid en “BundesUNtreue” inzake artsenopleiding?
Sinds enkele weken is de artsencontingentering een actueel thema in Franstalig België. Zij eisen de afschaffing ervan. Ze kunnen dit doen, en misschien zullen ze zelfs hun slag thuis halen, omdat de meeste burgers en ook veel bewindvoerders deze ingewikkelde materie niet kennen. De zaak is inderdaad nodeloos ingewikkeld gemaakt door de onvoltooide en versnipperde hervorming van de Belgische staat.
Sinds 1980 is onderwijs, en dus ook de opleiding van artsen, een bevoegdheid van de Vlaamse en Franse Gemeenschap. De toelating om het beroep van arts uit te oefenen is een federale bevoegdheid. Om de kosten van de gezondheidszorg beheersbaar te houden, heeft de federale regering, dus ook de Franstaligen, in 1997 beslist het aantal artsen te beperken. Dit zou gebeuren door middel van contingentering. Dit betekent dat vanaf 2005 slechts een bepaald aantal (contingent) artsen een RIZIV-nummer zou krijgen en dat dus enkel de prestaties van die artsen zouden terugbetaald worden door de ziekenfondsen. Die aantallen werden eerlijk verdeeld tussen afgestudeerden van Vlaamse en Franstalige universiteiten.
Het is de verantwoordelijkheid van de Gemeenschappen om het aantal op te leiden artsen aan te passen aan deze contingenten. Vlaanderen deed dat door middel van een ingangsexamen en het aantal Vlaamse afgestudeerden komt tamelijk goed overeen met de contingentering. De Franstalige universiteiten deden niets en beweerden dat ze de beperking later zouden uitvoeren. Wegens het jaarlijks overschot aan Franstalige afgestudeerden besliste de (Franstalige) federale minister van volksgezondheid dat er RIZIV-nummers uit het contingent van volgende jaren mochten vooraf genomen worden en dat later het evenwicht zou hersteld worden. Nu zijn we zover. In 2015 en ook de volgende jaren mogen slechts de helft van de Franstalige afgestudeerde artsen een RIZIV-nummer krijgen.
Nu eisen de Franstaligen de afschaffing van de contingentering en ze stellen het voor als zouden de Franstalige geneeskundestudenten het slachtoffer zijn van groot onrecht. Kunnen we afgestudeerde artsen verbieden hun beroep uit te oefenen? Maar ze hebben die studies aangevat terwijl ze goed wisten hoeveel van hen een RIZIV-nummer konden krijgen. Of werden ze misleid door hun politici en professoren met de belofte dat Belgische wetten voor hen niet zouden gelden?
Moet het diploma van arts altijd leiden tot het uitoefenen van geneeskunde in België? De studies en het diploma van arts, ook zonder RIZIV-nummer, hebben een belangrijke waarde die kan leiden tot een mooie loopbaan in de administratie, industrie, arbeidsgeneeskunde, ontwikkelingshulp, etc.? De Vlaamse jongeren die niet geslaagd zijn voor het ingangsexamen geneeskunde kregen deze kans niet. Moeten de talrijke Franstalige afgestudeerden een RIZIV-nummer krijgen zodat ze ook in Vlaanderen geneeskunde kunnen uitoefenen en daar het resultaat van 15 jaar beperkingen in gevaar brengen?
We mogen de contingentering en het ingangsexamen voor artsen, die geleid hebben tot een beter, goedkoper en efficiënter gezondheidsbeleid in Vlaanderen, niet overboord gooien. De in 1997 wettelijk bepaalde beperking van het aantal artsen moet gelden voor alle Belgen en de Vlamingen die de wet correct nageleefd hebben mogen hiervoor niet gestraft worden.
Het ware nog beter dergelijke betwistingen te voorkomen door een goede en consequente staatshervorming waarbij de gezondheidszorg volledig onder de bevoegdheid van de Gemeenschappen zou komen, zoals voorzien in de Grondwet van 1980, en waarbij alle uitzonderingen daarop zouden geschrapt worden.
Namens het bestuur van het Vlaams Geneeskundigenverbond
Dr, Jan Dockx
voorzitter
Prijs Dr. Luc Broeckaert 2015
OPROEP aan ALLE VGV-leden en hun sympathisanten ter ONDERSTEUNING van de
tiende prijs Dr. Luc Broeckaert en familie 2015,
gericht op PREVENTIE en PRAKTIJK voor onze Vlaamse vorsers onder
de supervisie van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België
Bent U ook van oordeel dat onze Vlaamse collegae, die toponderzoek verrichten, meer steun verdienen voor hun inspanningen,
vooral als die een praktische meerwaarde bieden aan onze ganse Vlaamse Gemeenschap en ook ver daarbuiten,
gelieve dan een bijdrage te storten
- ofwel voor bedragen vanaf 5 euro tot onbeperkt op de daarvoor speciaal geopende en uitsluitend daarvoor gebruikte rekening van Dr. Broeckaert:
BE24 9731 1596 3938
- ofwel UITSLUITEND voor bedragen vanaf 250 euro op de rekening van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde:
BE52 3751 1174 6709
met vermelding: “voor de prijs Dr. Broeckaert 2015” en van Uw rijksregisternummer, indien U een belastingverminderingsdocument wenst.
Gelieve ook bij elke storting een mail te sturen naar Dr. Broeckaert met vermelding van het gestorte bedrag op e-adres: broeckaert.luc[at]gmail.com
Meer info bij Dr. Broeckaert via e-mail of 0475 63 68 54
Heel veel dank.
Dr. Luc Broeckaert
Prijzen Dr. Luc Broeckaert en Mevrouw Annie Depreeuw
Overzicht 2006-2013